Aan de Weerdsingel Westzijde vind je een van de meest markante bedrijfsverzamelgebouwen van de stad: De Klompenfabriek. Ooit, begin vorige eeuw, zat in het pand een heuse klompenhandel. De ongeveer twintig meter hoge schoorsteen is nog altijd het statige bewijs van dat ambachtelijke verleden. De houtzaag maakte plaats voor laptops, het vuur in de schoorsteen doofde, maar laait weer op in de gedrevenheid waarmee de huidige ’klompenmakers’ hun uiteenlopende talenten benutten.
Datum: Jaargang 01 | Nummer 01
Tekst: Eddy Steenvoorden
Beeld: Eddy Steenvoorden | Nadine van den Berg
‘Alles draait uiteindelijk om verbinden’
Luuc Visch, eigenaar van de Klompenfabriek, geniet van al dat samengebalde talent. Tekstschrijvers, fotografen, filmmakers, marketeers, vormgevers: je kan het zo gek niet bedenken of het zit er. ‘We hebben hier met 45 werkplekken misschien wel de grootste concentratie aan economische bedrijvigheid in Pijlsweerd. Het zijn allemaal creatieve mensen met veel eigenheid en daar houd ik van.’ Als verhuurder van de werkplekken houdt hij de samenstelling van het moderne ’klompenmakersgilde’ zorgvuldig in de gaten. ‘Ik haal veel inspiratie uit de contacten met de huurders en vind het belangrijk dat nieuwkomers bij het geheel passen. Het werk dat iemand doet is niet altijd doorslaggevend. Een accountant hoeft als mens niet minder boeiend te zijn dan een journalist. Onze lunchgesprekken zijn voor mij een aardige maatstaf: ik vind het mooi wanneer iemand zich laat horen.’
Industrieel erfgoed
Ruim vijftien jaar geleden zou het gastheerschap niet bij Luuc opgekomen zijn. Hij werkte als ontwerper in z’n eentje in een fraai atelier elders in de stad, maar de behoefte aan samenwerken, aan meer verbinding, werd steeds sterker. Dat mondde uit in een ’ontdekkingsreis naar zichzelf’ waarvan een van de conclusies was: je kunt jezelf beter laten leiden door uitdagingen dan door beperkingen. Hij kon de daad bij het woord voegen toen de Klompenfabriek te koop kwam te staan. ‘Er waren allerlei plannen voor geweest, van parkeergarage tot flatje. Daar was ik bezorgd over omdat dat de sloop van een bijzonder stukje industrieel erfgoed zou betekenen. Op een dag stond ik op mijn balkon, dat uitzicht bood op de Klompenfabriek, en wist ik opeens: ik koop dat gebouw!’
Een idee over de bestemming had hij nog niet, laat staan een plan. Eigenlijk wist Luuc alleen dat hij uit zijn schulp moest kruipen en daar op een of andere manier gelijkgestemden bij wilde betrekken. Die vond hij al snel in Walter Bak, die als huurder een werkplaats had op de begane grond in de Klompenfabriek. Al snel werden er extra tafels neergezet waar kennissen van Walter konden werken.
’Een accountant hoeft als mens niet minder boeiend te zijn dan een journalist’
Duurzaamheid
Geleidelijk kreeg Luuc een nieuw toekomstbeeld voor ogen: het industriële monument restaureren met behoud van het oorspronkelijke karakter en stapje voor stapje omvormen tot een prachtig bedrijfsverzamelgebouw. Ruimte voor ruimte knapte hij in de loop der jaren op, met daarbij voortdurend het streven naar duurzaamheid in zijn achterhoofd. Dat leidde er onder meer toe dat de Klompenfabriek vorig jaar zonnepanelen kreeg. ‘In de toekomst wil ik de zonnestroom ook in accu’s gaan opslaan. En de verwarming gaat nu nog op gas, maar daar zou ik graag een warmtepomp voor gaan gebruiken om nog wat vriendelijker voor het milieu te zijn.’
Aan plannen heeft hij sowieso geen gebrek. Het atelier dat hij voor zichzelf in de Klompenfabriek maakte, zal wijken voor een nieuwe lunchruimte. ‘Er blijven hier gelukkig altijd dingen te doen. Ik beschouw de Klompenfabriek als een diamant die er steeds weer nieuwe facetten bij krijgt. Het is fijn om te blijven slijpen.’
Zijn nieuwste idee reikt tot buiten de poort: een trekpontverbinding maken naar de overkant van de singel, waarmee er een extra verbinding komt met de binnenstad. ‘Die was er vroeger ook al. Eén keer per jaar ging er een processie van de Monicakerk via onze steeg naar het centrum. Die verbinding herstellen zou mooi zijn.’ Lacht: ‘Alles draait uiteindelijk om verbinden.’