Met de 480 woningen van Zijdebalen in aanbouw, wint het groen van het Noordse Park en de aangrenzende speeltuin aan betekenis. Maar hoe krijgen we de buurt meer naar buiten in hun vrije tijd? Speeltuinmakers Saskia Ottenhoff en Marijke Orthel zochten het uit.
Datum: Jaargang 01 | Nummer 02
Tekst: Marijke Orthel
Beeld: Stichting Speelruimte Noordse Park
‘Je moet uitgaan van wat er is’
Met mooi weer is alles vanzelfsprekend in speeltuin Noordse Park aan de Lagenoord. Dan wil iedereen buiten zijn. In de zon zitten, rennen, voetballen, fietsen, rondscharrelen, spetteren in het zwembadje. Maar met grijs weer of een spat regen blijft de klimtoren leeg. In het park wordt wel gevoetbald en gespeeld, maar de ligweide wordt nauwelijks gebruikt. Het Noordse Park biedt kansen voor intensiever gebruik. Speeltuinmakers Saskia en Marijke leggen contact met verschillende organisaties om frisse nieuwe ideeën te bedenken.
Eyecatcher
Ze zoeken samenwerking met Art Park of Energy (Go APE). Deze stichting geeft kunstenaars opdracht om installaties te ontwikkelen die via fysieke beweging het bewustzijn vergroten over ons energiegebruik. Het zijn dus speeltoestellen met een boodschap. Ook starten ze een interdisciplinair project met de Hogeschool Utrecht (HU). De HU-studenten leren over de circulaire economie en passen hun vakkennis toe in een ontwerp voor een nieuw modulair waterspeeltoestel.
Daarnaast starten ze een samenwerking met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). Twee studenten willen de verbinding tussen de HKU Oudenoord en het Noordse Park verbeteren. Hoe kunnen ze HKU-studenten naar buiten krijgen? Zij ontwerpen een bijzondere eyecatcher voor het park: een paviljoen met een gordijn van stromend water dat kan fungeren als beeldscherm. Daardoor ontstaat een expositieruimte in de buitenlucht waar HKU-studenten hun werk kunnen presenteren onder het genot van een cappuccino.
En dan is er nog de samenwerking met studenten Arts & Society die internationale ontwikkelingen in de speeltuinwereld in kaart brengen. Zij laten nieuwe speellandschappen zien, zoals Wikado; de Nederlandse Windtunnel Speeltuin. Met hergebruik van een oude windmolen is in deze Rotterdamse speeltuin een compleet nieuwe vormentaal ontwikkeld.
Uitgaan van wat er is
Het onderzoek leert dat speeltoestellen of een paviljoen ontwikkelen en in de markt zetten grote projecten zijn, die een lange adem vergen. Maar het bezig zijn met nieuwe mogelijkheden laat je ook zien wat binnen handbereik ligt. Zoals adventure playgrounds, die in Engeland en Amerika al een begrip zijn. Kinderen maken daar zelf hun speelomgeving met allerlei afgedankte materialen zoals hout, rubberen banden, enzovoort. Dat proberen Saskia en Marijke vast uit. Met de wilgentakken van de gesnoeide bomen bouwen de kinderen hun eigen levende hut. Een stuk zeil en vier houten palen? Dat is natuurlijk een tent. En het stuk zeil dat we nog hebben liggen, is het podium voor een prachtige middag vol muziek en dans. ‘Je moet uitgaan van wat er is’, vindt Marijke. ‘Maar wel vanuit het idee dat het niet statisch is’, vult Saskia aan.