Gemakkelijk, gezond, duurzaam en meer dan genoeg voor de dagelijkse kost: met 700 vierkante meter is het dan wel de kleinste Albert Heijn van de provincie Utrecht, maar het aanbod van de super aan de Oudenoord sluit naadloos aan bij de behoefte van de klant.
Datum: 23-8-2019
Tekst: Peter Bronsgeest
Beeld: Nadine van den Berg
‘Fysieke winkels zullen altijd een belangrijke rol blijven spelen…’
Wanneer ik het voormalige pakhuis aan de Oudenoord binnenkom staat supermarktmanager Jeroen Spithoven net ‘een paar meter verse sap’ bij te vullen. Blauwe bes-appel-citroen sapjes en kokos-ananas-kurkuma smoothies bijvoorbeeld. ‘Vers en gezond is voor ons steeds belangrijker’, vertelt hij even later. ‘Zeker hier, want zowel de studenten van de TIO hiertegenover als veel nieuwe bewoners van Zijdebalen kiezen heel bewust voor gezonde voeding. Zij gaan voor sapjes, salades en kant-en-klare broodjes.’
Geen kletspraatjes
‘De lunchtijd is dan ook een belangrijk moment voor ons’, legt Spithoven uit. ‘Het is de eerste hoofdstroom. We hebben onze winkel daar ook op ingericht, met bijvoorbeeld de broodjes, wraps en gekoelde dranken voorin. De tweede hoofdstroom begint aan het eind van de middag. Dan zie je veel klanten die van het station afkomen en naar huis fietsen of andersom: mensen die hier in de buurt hebben gewerkt en weer richting station gaan. Beide groepen willen vooral even snel wat boodschappen kunnen doen en hebben geen behoefte aan een kletspraatje met de supermarktmanager. We bedienen deze klantenstroom met een zo breed mogelijk assortiment. Op 700 m2 kunnen we uiteraard niet de diepte ingaan. Hier geen honderd soorten vleeswaren dus, maar meer dan genoeg voor de dagelijkse behoefte.’
Unieke mix
‘Maar er zijn ook allerlei substromen,’ weet Spithoven. ‘Wat vaste klanten uit de buurt, de studenten die in één keer 24 kratten bier meenemen, de mensen die hier met mooi weer op de kade zitten en spontaan een flesje wijn en een toastje komen halen - juist die unieke mix maakt deze winkel zo leuk.’
Vakkenvuller
De supermarktmanager is zelf met Albert Heijn groot geworden. Op zijn negentiende verjaardag begon hij als vakkenvuller in Deventer. ‘Daar bleef ik werken, ook toen ik naar Utrecht ging om Rechten te studeren. Ik haalde mijn papiertje, maar het was toch niet mijn ding: ik zag mezelf geen advocaat of iets dergelijks worden. Inmiddels was ik wél teamleider bij de Albert Heijn in Deventer en op een dag kwam daar de nieuwe regiomanager binnen. Hij stelde zich voor, we spraken een paar minuten en nog geen uur later werd ik op kantoor geroepen, met de vraag waarom ik eigenlijk geen supermarktmanager wilde worden. Ik hoefde er niet lang over na te denken: Albert Heijn was eigenlijk het leukste wat ik deed. Het werken in de retail, het contact met de klanten en de medewerkers - ik ben het gaan doen. Eerst als assistent in de regio Utrecht, later in de stad. In Zuilen, in Tuindorp, in de XL in Overvecht en sinds november vorig jaar als supermarktmanager hier.’
Vergeten boodschap
In die korte tijd heeft Spithoven de klantenstromen in zijn supermarkt al zien veranderen. ‘Wij merken bijvoorbeeld dat er ook een AH op het station is geopend. Veel mensen doen liever daar wat boodschappen, nog voordat ze hun fiets pakken. Prima natuurlijk, want de omzet blijft binnen ons concern. Dat geldt ook voor de groei van online. Klanten laten de boodschappen steeds vaker door AH thuisbezorgen. Die omzet verdwijnt uit de fysieke winkels. Toch zullen ook de winkels altijd een belangrijke rol blijven spelen. Voor een vergeten boodschap kiest onze online klant toch het liefst ook voor een winkel van Albert Heijn. Dat is vertrouwd. Dus dat vult elkaar aan en dat versterkt elkaar.’
Rode puntpaprika’s
‘Hoe deze winkel er over vijf jaar uitziet? Ik denk in ieder geval dat dit filiaal hier dan nog zit. Maar het zal nóg meer een gemakswinkel zijn, waar je kan zelfscannen. En ik zie meer trends die zullen doorzetten, zoals het vegetarische en biologische aanbod. Met dat laatste lopen we al voorop. Ook duurzaamheid wordt veel belangrijker. We hebben nu al een systeem in de winkel vandry misting, dat een nevel van gefilterd water over onze groentes verspreidt. Het koelt producten en dat is goed voor de houdbaarheid, waardoor we voedselverspilling tegengaan en er minder plastic nodig is. De rode puntpaprika’s bijvoorbeeld verkochten we eerst per twee stuks in een plasticje en nu los per stuk. Ook dat is de supermarkt van de toekomst.’